Een belangrijke tuinklus in de zomer is water geven. Hoeveel water planten nodig hebben kan niemand van te voren voorspellen. Maar als het een tijdje droog weer is, zul je je ‘groene tuinvrienden’ toch regelmatig van een slok moeten voorzien. Het is de kunst om zo spaarzaam mogelijk met water om te gaan en de planten toch voldoende te geven. Wij geven je graag enkele praktische watergeeftips.
Binnenshuis breng je je waterverbruik omlaag door korter te douchen en een waterbesparende douchekop te monteren. Maar ook in je tuin kun je aardig wat liters water besparen. Hier zijn onze tips om slimmer te sproeien en regenbuien beter te benutten.
Juiste plant op de juiste plek
Geef planten die goed tegen droogte kunnen een droge plek en zet dorstige planten juist niet in je zonnigste hoek. Dan hoef je minder te bewateren.
Geef groen de ruimte in je tuin en bestraat zo weinig mogelijk. Laat bodembedekkers groeien of strooi boomschors, zodat water minder snel verdampt uit de bodem.
Geef je tuin liever één keer per week veel water, dan elke dag een beetje. Zo ‘leer’ je planten om beter tegen droogte te kunnen. Hun wortels groeien dieper in de grond om water te vinden.
Vang regenwater op in een regenton en gebruik het opgevangen water bij droogte om je planten water te geven.
Water besparen begint al bij de inrichting van je tuin. Ga voor zoveel mogelijk groen en zo min mogelijk stenen. Als je minder bestrating in je tuin hebt, komt meer regenwater ten goede aan je tuin.
Let op of je planten goed tegen droogte kunnen. Zet geen dorstige planten in een zonnige hoek. Planten met grote bladeren verdampen veel water; deze planten kun je het best een plaats in de schaduw geven. Planten met een stevig wortelstelsel (zoals rozen) kunnen goed tegen droogte; water ze wel bij als ze nog jong zijn en geef ze een goede start door ze niet te planten in een droge periode.
Onbedekte aarde droogt sneller uit. Daarom beschermen bodembedekkende planten – zoals vrouwenmantel – de bodem tegen uitdroging. Vooral onder grote bomen, die veel vocht aan de bodem onttrekken, kunnen bodembedekkers goed overleven.
Compost is goed voor de waterhuishouding van je bodem. Als je wat compost door zandgrond schept, kan die het water beter vasthouden. Heb je juist kleigrond, dan zorgt compost voor een lossere structuur, zodat plantenwortels beter bij het water kunnen.
Bewater gericht
Gebruik een gieter of installeer een druppelsysteem om dicht bij de wortels water te geven. Gebruik een regenmeter als je je gazon sproeit.
Naast bodembedekkers kun je ook boomschors, houtsnippers of cacaodoppen strooien om te voorkomen dat onbedekte aarde uitdroogt. Deze voorkomen dat het vocht uit de grond verdampt en houden de grond koel. Boomschors, houtsnippers en cacaodoppen hebben daarnaast ook een onkruidwerende functie: twee vliegen in één klap!
