In het najaar is het weer tijd om alvast bloembollen voor de lente te planten. Vaak zetten tuineigenaren bloembollen in groepjes bij elkaar, maar ook met mixen bereik je een bijzonder en overweldigend effect!
Overal bollen
Op steeds meer openbare plekken kom je bonte bollenmixen tegen, bijvoorbeeld in bermen en parken. Laat je inspireren en probeer het thuis ook eens! Plant je bollen in een border, als een slinger in het gazon, langs de rand van je terras of in een bollenmand. Kies voor gewone bollen, voor soorten die lief zijn voor bijen en vlinders, of neem verwilderingsbollen die je laat staan en uit zichzelf vermeerderen. Voor een natuurlijk effect meng je de bollen eerst door elkaar in een bak of kruiwagen, strooi ze dan losjes uit en plant de bollen waar ze terechtkwamen.
Buitenshuis kom je vast wel eens een bonte berm tegen. Deze bloeit maar liefst 8 maanden en geeft voedsel aan bijen, vlinders en andere insecten. In de gebruikte mix zitten bijvoorbeeld de botanische dichtersnarcis, kogellook, blauwe druifjes, krokussen en botanische tulpen, zoals de bos- en clusianatulp. Daarnaast groeien er kruiden en een- en tweejarige planten tussen de bolgewassen. Neem eens een kijkje en laat je inspireren door al die bloemenpracht!
Mixmagie
Om het je makkelijk te maken zijn er allerlei kant- en klare bollenmengsels te koop. Wil je zelf combineren? Check dan deze suggesties:
- Kies van één bloembollensoort verschillende hoogtes. Bijvoorbeeld drie soorten tulpen die in dezelfde periode bloeien. Meng ze met hyacinten en anemonen in matchende kleuren.
- Ga voor een lekkere geur. Plaats bijvoorbeeld witte hyacinten en witte narcissen bij elkaar. Ze ruiken heerlijk!
- Laat bloembolsoorten, zoals krokus, tulp en hyacint, elkaar opvolgen.
- Mix bloembollen met zaden van een- of tweejarigen. Bijvoorbeeld tulpen met vergeet-mij-nietjes.
- Voeg ook eens minder bekende bollensoorten toe aan je mix, zoals keizerskroon of kievietsbloem.
Zo plant je het voorjaar
Je kunt voorjaarsbollen tot december en vóór de eerste vorst planten. Schep de aarde eerst wat los en maak een gat dat twee keer zo diep is als de bol. Plant de bollen op minimaal twee keer de bolbreedte van elkaar met het puntje omhoog. Geef gelijk water, en doe dat ook als het erg droog is. Zo houd je blije bollen!
