Peperomia’s kom je overal tegen in de tropen, maar de meeste komen oorspronkelijk uit Midden- en Noord-Zuid-Amerika. Geen ingewikkelde Nederlandse naam voor deze plantensoort hoor – we noemen ze gewoon lekker peperomia’s. Klinkt toch prima zo?
Klein van stuk, groot in charme
Ze zijn compact, schattig en verrassend veelzijdig – peperomia’s zijn het perfecte groen voor wie van kleine planten met karakter houdt. De meeste blijven netjes onder de 30 cm en hebben vaak stevige stengels en dikke, glanzende blaadjes. Sommige soorten hebben zelfs doorzichtige stukjes in hun blad, ook wel ‘raampjes’ genoemd. En de vormen en kleuren? Die lopen flink uiteen – van frisgroen tot diepgroen met streepjes, spikkels of een vleugje paars.
Peperomia’s zijn supermakkelijk in de omgang. Zet ze op een lichte plek in huis, maar liever niet in de volle zon. Geef pas water als de potgrond droog aanvoelt – ze kunnen prima tegen een beetje droogte, al moet je het niet té lang rekken, anders laten ze hun blaadjes vallen. Eén keer per maand wat plantenvoeding in het water is al genoeg om ze tevreden te houden.
Wil je verpotten? Wacht dan tot het voorjaar, als ze weer zin krijgen om te groeien. Een pot met luchtige, licht zanderige aarde is ideaal. Ze vinden het trouwens helemaal niet erg om wat krap te staan – lekker knus mag best.
- Peperomia’s zijn perfect voor beginnende plantenliefhebbers.
- Combineer verschillende soorten voor een speels effect met allemaal tinten groen.
- In Brazilië worden ze cadeau gedaan als gelukssymbool – als subtiele knipoog dat alles goed komt.
- Ze hebben allerlei grappige bijnamen, zoals dwergpeper, rattenstaartje of krokodillentranen.
- Hun naam komt uit het Grieks: ‘peperi’ betekent peper en ‘homoios’ betekent lijkend – oftewel: lijkt op peper, maar dan in plantvorm.