Pannenkoekplant

Dit is de Pilea Peperomioides. Maar zeg nou zelf, ‘Pannenkoekplant’ klinkt toch stukken leuker? Natuurlijk slaat die naam op de vorm van het blad. Maar wij zien ook wel een vergelijking qua verzorging. Zo makkelijk als het is om pannenkoeken te bakken, zo makkelijk is het om een Pannenkoekplant te verzorgen.

Standplaats
Geef je Pilea een zonnige plaats. Zorg met tropische dagen wel voor beschutting, bij teveel hitte brandt hij letterlijk aan. Als je Pannenkoekplant gele bladeren krijgt moet je even gaan schuiven. De oorzaak is meestal dat hij veel te licht of veel te donker staat. Op zijn nieuwe plek zal hij zich snel herstellen.

Water geven
Pilea’s zijn gewoontedieren. Ze krijgen het liefst met dezelfde regelmaat dezelfde hoeveelheid water. Geef elke week een klein beetje en controleer of de aarde licht vochtig blijft. Te nat en te droog wil de Pannenkoekplant niet. 

Plantenvoeding
Bijvoeden is niet nodig maar kan wel. Doe het in het voorjaar en de zomer en volg de aanwijzingen op de verpakking.

Snoeien
Pannenkoekplanten hoef je niet te snoeien. Pluk blaadjes die lelijk geworden zijn af. Mocht je er per ongeluk een keer een blad afstoten (of als overijverige kinderhandjes een steeltje hebben geplukt) zet dat dan in een glaasje en wacht tot er wortels aan komen. Grote kans dat er een nieuwe Pannenkoekplant is geboren.

Aandachtspunt
Geef Pannenkoekplanten de ruimte en je krijgt een grotere plant. Doe dat nu je hem net gekocht hebt, of zet het in je agenda voor het voorjaar. Een plantenkalendertje maken is sowieso handig. Je vergeet dan nooit te voeden, te snoeien, te stekken of… weer eens naar ons toe te komen!

Tip van de specialist!

Deze kamerplant maakt ook kleine plantjes aan en deze zijn zeer makkelijk te stekken.