DE OLIFANTSPOOT: ROBUUST, RELEAXED EN VERRASSEND MOOI

Maak kennis met de Beaucarnea, ook wel liefkozend ‘olifantspoot’ genoemd. En ja hoor, die naam heeft ’ie te danken aan z’n dikke, ruige stam die net lijkt op – je raadt het al – de poot van een olifant. Je zou bijna denken dat deze plant uit de Afrikaanse savanne komt, maar hij is juist een trotse inwoner van Amerika. Van Californië tot diep in Mexico en Guatemala groeit deze bijzondere plant gewoon in het wild!

Een stoer uiterlijk met een zachte kant

Die dikke stam is niet alleen een blikvanger, hij is ook superhandig. De Beaucarnea slaat daar namelijk water in op, zodat hij tijdenlang zonder water kan. Perfect dus voor de vergeetachtige plantenliefhebber of voor wie gewoon lekker op vakantie wil zonder plantenzorg. Bovenop die robuuste stam groeit een sierlijke bos smalle bladeren die in een mooie boog naar beneden hangen – als een soort groene fonteintjes.

Bij jonge planten zie je trouwens nog geen stam, maar wel een stevige, knolvormige basis waaruit het blad direct groeit. Naarmate de plant ouder wordt, groeit de stam vanzelf omhoog en kan hij zelfs gaan vertakken. Bloemen? Die komen héél soms, maar ze zijn klein en niet spectaculair. Het blad is hier de echte ster van de show.

 

Hoe verzorg je zo’n krachtpatser?

Geef je olifantspoot een lichte plek, maar zet ‘m liever niet vol in de zon achter een zuidraam – daar wordt-ie niet blij van. Oost, west of noord: prima. En in de zomer mag hij gerust even naar buiten, zolang je ’m maar rustig laat wennen aan het buitenleven. Een zonnige plek met wat beschutting doet het goed, maar haal ’m naar binnen als het ’s nachts kouder wordt dan 10 graden.

Water geven is simpel: check of de aarde droog aanvoelt en geef pas dan een plensje. Te veel water is echt not done – daar gaat de stam van rotten. In de winter kun je gerust een paar weken overslaan met water geven. Tijdens de groeiperiode (maart t/m augustus) kun je om de week wat voeding aan het gietwater toevoegen, daar knapt hij zichtbaar van op.

 

Kleine geschiedenisles

De naam Beaucarnea klinkt misschien chic, maar hij is gewoon vernoemd naar een Belgische plantenliefhebber: Jean-Baptiste Beaucarne. Deze notaris (ja echt!) was in de 19e eeuw één van de eersten die deze plant in Europa kweekte. De Franse botanicus Lemaire gaf de plant z’n officiële naam, nadat hij hem eerst bij een ander plantengeslacht had ingedeeld. Tja, botanici veranderen nog wel eens van gedachten.

‘Recurvata’, de soortnaam, verwijst trouwens naar de sierlijke, teruggebogen bladeren – alsof ze met een elegante zwaai naar beneden dansen.