Pelargonium grandiflorum
Er zijn veel soorten geraniums, maar de Franse geranium is misschien wel het mooiste type geranium dat er is. Je herkent deze planten meteen aan hun grote, trompetvormige bloemen en de lekker kruidig geurende bladeren. Franse geraniums hebben een mooie vorm. Het zijn struikgeraniums: ze vormen geen hangende stengels, maar groeien rechtop, dus als kleine struiken in hun pot of plantenbak. Ze worden ook wel met een stammetje gekweekt, dan zijn het eigenlijk miniboompjes, zoals je ook bijvoorbeeld stamrozen hebt.
De bladeren van Franse geraniums zijn meestal fluweelzacht, effen groen van kleur en ze hebben gezaagde bladranden. De bloemen hebben ook dat prachtige velourseffect en warme, vaak heel intense kleuren. Ze kunnen enkel- of meerkleurig zijn. De kleurvariatie is groot, alleen blauw en geel komen niet voor.
Waarom heten ze Franse geraniums
Eigenlijk heten ze zelfs geen geranium, maar Pelargonium. Dat is hun officiële geslachtsnaam. De planten die officieel wel Geranium als geslachtsnaam hebben, zijn de ooievaarsbekken die je misschien wel als vaste planten in je tuin hebt staan. Pelargonium’s komen in het wild vooral in Zuid-Afrika en Namibië voor, maar er groeien ook soorten in tropisch Afrika, in Voor-Azië, zelfs in Australië en enkele eilanden in de Indische Oceaan. In totaal zijn er ruim 250 soorten bekend.
Toen de geraniums eeuwen geleden voor het eerst door Europeanen in Zuid-Afrika werden ontdekt – in de Kaapstreek – en meegenomen naar Europa, zag men daar meteen de overeenkomst met inheemse, Europese ooievaarsbekken (Geranium) die men allang kende. Natuurlijk zijn er wel verschillen. Zo is de bloemopbouw iets anders en de bloemen van de wilde soorten zijn duidelijk zygomorf. Dat betekent dat het linker- en rechterdeel van een bloem gespiegeld hetzelfde zijn, maar het onderste en bovenste deel verschillen.
De naam ‘ooievaarsbekken’ hebben ze te danken aan de lange snavelachtige vorm van hun zaadcapsules die bij Pelargonium’s bijna niet verschilt van die van de echte Geranium’s. De Zuid-Afrikaanse planten waren niet winterhard (dat was een groot verschil) en dus werden ze apart ingedeeld en kregen ze een eigen officiële naam: Pelargonium. Dat betekent trouwens ook ‘ooievaar’ (Grieks: pelargos). Maar de meeste mensen bleven ook die nieuwe soorten in de praktijk gewoon geranium noemen. Dat doen we nu nog. Dat ‘Franse’ komt doordat de kwekers in diverse landen met verschillende typen Zuid-Afrikaanse ‘geraniums’ aan de slag gingen. In Frankrijk werd vooral het type Pelargonium verder ontwikkeld dat GroenRijk nu aanbiedt. Franse geraniums zijn prachtige, dankbare planten die de competitie met andere typen en soorten makkelijk aan kunnen. Onvermoeibare bloeiers!
Zet je Franse geraniums nu binnen op een lichte, liefst zonnige plek. Kies er een pot bij die goed bij de bloemkleur past. Als de kans op nachtvorst voorbij is – dat is midden mei meestal wel het geval – mogen de planten ook naar buiten. Zet ze in hun pot of bak altijd op een plek waar ze minstens vier uur per dag direct zonlicht krijgen. Daar houden ze van. Geef de planten regelmatig water en giet niet op de planten, maar op de grond in de pot of bak. Als je ze eens per veertien dagen wat plantenvoeding in het gietwater geeft, blijven ze goed doorbloeien. Het is voor die doorbloei ook heel goed als je regelmatig de uitgebloeide bloemen weghaalt. Dan stoppen de planten hun energie niet in de aanmaak van zaden, maar in die van nieuwe bloemknoppen. Haal ook vergelend blad weg, dan blijven de planten veel mooier en groen blad geurt het meest.
Bloemkleuren van Franse geraniums
Bij dit geraniumtype hebben de bloemen zes bloemblaadjes en de kleuren variëren van paars tot helderpaars en lila, van lichtroze tot fel- en warmroze (zelfs zalmroze) en van donkerrood tot vuurrood, maar ze zijn er ook in wit en met twee of meer kleuren in de bloemen. Keus genoeg! Eerder was de Franse geranium zelfs ‘Woonplant van de maand’. Dat zegt wel iets!
In feite worden er zes (meestal wordt vermeld: vier) grote groepen Pelargonium-hybriden onder-scheiden:
- De Franse geraniums waar het hier over gaat (officieel Pelargonium Grandiflorum-hybriden; ‘grandiflorum’ vanwege de grote bloemen in trossen). Dit zijn struikvormige planten. Ze stammen af van kruisingen tussen P.cucullatum en P. grandiflorum.
- Een tweede (grote) groep struikvormige geraniums zijn de Pelargonium Zonale-typen met meestal rond tot niervormig blad met vaak een ringvormige (soms wat roodachtige) bladtekening en wat kleinere bloemen dan van de Franse geraniums, maar even rijk bloeiend. Bij deze groep geuren vooral de bloemen en niet het blad.
- Dan zijn er de hangende geraniums (Pelargonium Peltatum Groep) met gladde blaadjes met een wasachtige laag (dat duidt op een herkomst uit wat drogere gebieden).
- Verder is er de groep van de geurgeraniums (geur-Pelargonium) met sterk geurend blad (diverse soorten met aparte namen en eigen bladgeuren). Sommige daarvan worden in flinke aantallen voor de winning van sterk geurende etherische olie geteeld. Pelargonium graveolens bijv. levert een geurstof die sterker naar rozen geurt dan echte rozenolie. Pelargonium sidoides is een soort die wordt gekweekt vanwege de enorm goede werking tegen luchtweginfecties van een extract uit de wortels.
- Twee minder vaak genoemde soortengroepen zijn de vrij sterk verhoutende Unique-Pelargonium’s die al sinds 1860 bestaan, en de Angel-Pelargonium’s met bloemen die aan viooltjes doen denken. Beide zijn in Engeland ontwikkeld en in Nederland en België vrij onbekend.