De Amaryllis (officieel heet-ie Hippeastrum, maar dat bekt toch minder lekker) is echt een showstopper. Wat ‘m zo bijzonder maakt? Hij begint als een simpele bol, maar tovert zich razendsnel om tot een elegante plant met hoge, holle stelen en indrukwekkende bloemen. En die bloemen zijn niet bepaald bescheiden: denk aan grote, fluweelachtige kelken in warme kleuren als rood, wit, zalm, roze of zelfs frisgroen. Elke keer weer een kleine verrassing als zo’n knop zich opent.
Die bloemen? Die zijn echt niet verlegen. Ze kunnen zomaar tot 20 centimeter breed worden – alsof je een mini-bloemenexplosie in huis hebt. En dat uit zo’n ranke, gladde steel! Vooral in de winter, wanneer de rest van je vensterbank het wat kalmpjes aan doet, knalt de Amaryllis er ineens uit met kleur en volume. Een beetje magie, gewoon in je huiskamer.
Waar komt deze beauty vandaan?
Hoewel je het misschien niet zou zeggen als je ‘m in een Hollandse vensterbank ziet bloeien, komt de Amaryllis oorspronkelijk uit warmere oorden. Denk aan tropisch Midden- en Zuid-Amerika, van Mexico tot het noorden van Argentinië. De roots liggen waarschijnlijk in Brazilië. Rond 1800 maakten ze de oversteek naar Europa, waar ze al snel hun plek veroverden in kassen en huiskamers.
- Zet ‘m op een plek waar het licht is, of wat donkerder – zolang het maar niet te warm is.
- Geef water met beleid: de potgrond mag vochtig blijven, maar niet zompig worden.
- Heb je een bol met zo’n mooie waxlaag of vilten jasje? Die doen het zonder water, maar zet ze dan wel op een koele plek, anders drogen de bloemen uit voordat je ervan kunt genieten.
- Extra voeding? Hoeft niet. Alles wat je Amaryllis nodig heeft zit al in die ene bol verstopt.