Donkerbruine ogen
De diepbruine bloemharten van Suzanne met de mooie ogen lijken je een beetje aan te kijken. Ze worden omringd door driehoekige tot hartvormige bloembladeren. De kruidachtige Thunbergia groeit als slingerend onkruid in tropisch gebieden in Afrika, maar in Nederland zien we haar absoluut niet als ongewenste plant. Daarom zijn er ook meerdere gekweekte soorten van deze schoonheid te koop, maar de Thunbergia alata is verreweg het meest voorkomend. Zij voelt zich thuis aan een klimhulp in de tuin, in een pot op een terras of balkon, en bijvoorbeeld ook in een hanging basket.

Suzannes voorkeur
De stralende bloemen van de Thunbergia alata kun je van mei tot in oktober bewonderen. Geef haar een warm welkom met een plekje in de zon, of lichte schaduw en zorg dat ze wat beschut tegen de wind staat. Ze houdt van een losse, voedingsrijke bodem. Gebruik gewone potaarde als je haar in een bak of pot zet. Buiten sterft deze plant bij de eerste nachtvorst. Je kunt haar echter laten overwinteren op een koele, lichte plek, waar je haar maar weinig water hoeft te geven. Vanaf februari moet ze dan naar een wat warmere en zonnige plek binnen, en na een verfrissende snoeibeurt kan ze vanaf half mei het nieuwe tuinseizoen weer aan.

Aandachttrekker
Om lang en uitbundig te kunnen bloeien heeft Suzanne met de mooie ogen wel wat van jouw aandacht nodig:

• Ze mag pas buiten staan na half mei als er geen kans op nachtvorst meer is.
• Zorg dat je Thunbergia niet uitdroogt en geef regelmatig wat water.
• Giet het water het liefst direct bij de wortelkluit en niet op de bloemen.
• Tijdens de bloei kun je haar om de twee weken vloeibare mest voor terras- en kuipplanten geven.
• Zolang de plant groeit, kun je te lange uitlopers terugsnoeien.

Lekker los
Suzanne met de mooie ogen kan zichzelf niet vast hechten maar alleen ergens omheen slingeren. Geef haar dus gaas of een handig klimrekje of zet stokken neer waar ze op los kan gaan. Het wordt helemaal mooi als je meerdere Thunbergia’s langs een hekwerk laat slingeren!