Olifantspoot

De Beaucarnea heeft officieel geen aparte Nederlandse naam, maar wordt vaak olifantspoot genoemd. Die naam is best goed gevonden, want de vooral onderaan sterk verdikte, flesvormige stam doet inderdaad aan een olifantspoot denken. Dat wekt de indruk dat de plant uit Afrika of Azië zou stammen, maar dat is niet zo. De verschillende soorten Beaucarnea’s stammen allemaal uit Amerika: Californië, Texas, New Mexico, en zuidelijker van Mexico tot in Guatemala groeien ze ook.

Uit de natuur daar zijn zeker twintig verschillende soorten bekend. Ze vallen allemaal op door die verdikte stam die er vrij ruw uitziet en de rozetten sierlijk gebogen smalle bladeren die daar bovenop ontspringen. Bij Beaucarnea recurvata  hebben jonge planten eigenlijk nog geen stam, maar komt de mooie bladertoef rechtstreeks uit een dikke knolvormige voet. Later groeit daar de stam uit en die kan zich dan zelfs vertakken. De plant vertoont dan naast omhoog wijzende takken.  Beaucarnea wordt beschouwd als exotische bladplant, maar hij kan wel degelijk bloeien. Dat gebeurt als kamerplant echter maar zelden en de bloemetjes vallen nauwelijks op.  In de dikke, flesvormige stam slaat de plant water op. Daarop kan hij lang overleven. Als je een keertje vergeet water te geven of je bent een paar weken met vakantie, is dat dus geen enkel probleem. Sterker nog: hij houdt niet van ‘een langdurig natte voet’.  Kortom, de olifantspoot is een ideale plant voor wie weinig tijd heeft voor de verzorging.

 

De naam

De betekenis van de naam Beaucarnea is niet helemaal duidelijk. Dit plantengeslacht kreeg zijn naam van de Franse botanicus Antoine Charles Lemaire, geboren in Parijs, overleden in juni 1871 in Gent, België. Hij was een echte cactuskenner die heel veel over planten heeft gepubliceerd. Het merkwaardige is dat hij de soort Beaucarnea recurvata eerst had ingedeeld bij het geslacht Nolina dat er heel sterk op lijkt. Het ‘recurvata’ slaat op de grasachtige, sierlijk teruggebogen of overhangende bladeren. De naam Beaucarnea is een vernoeming van Jean-Baptiste Beaucarne, een Belgische notaris uit Ename en plantenverzamelaar, die deze planten in de 19e eeuw als eerste in Europa kweekte.

 

Verzorging

Zet je Beaucarnea licht, dus liefst voor een raam op het oosten, westen of noorden, maar niet de hele dag in de volle zon voor een raam op het zuiden. In de zomer kan hij naar buiten op je terras of balkon, maar zorg ook dan dat hij wel veel licht krijgt, maar niet langdurig volle zon. Laat hem langzaam aan het buiten staan wennen om bladverbranding te voorkomen en zet hem weer binnen als de nachttemperaturen onder de 10 °C zakken. Dat is echt de ondergrens. Overdag is dat ca. 17 °C. 

De plant slaat in zijn verdikte voet en stam veel water op. Hij kan lang zonder nieuwe watergift. Geef pas nieuw water als de grond in de pot droog aanvoelt. Als de stam wat papperig aanvoelt, heb je al een tijdje te veel water gegeven. Een olifantspoot kan ’s winters best een paar weken zonder water. De plant vormt voortdurend nieuwe bladeren en laat de oudere bladeren verdrogen als de lucht vrij droog is. Die mag je dan gerust inkorten of helemaal wegknippen. Geef tijdens de groei (maart tot eind augustus) eens in de twee weken plantenvoeding in het gietwater. 

Tip van de specialist!

Zet je olifantspoot zo neer dat de bladeren vrij kunnen uithangen, Anders kan het blad verbruinen.